Les over de 26e Pauri van de Japji op ma 02-06-2025 en do 05-06-2025 over devotie, overvloed en overgave.

De 26e Pauri van Japji Sahib van Guru Nanak benadrukt dat alles wat met God te maken heeft “amul” (onschatbaar en oneindig waardevol) is. Guru Nanak beschrijft hoe Gods deugden, zegeningen, wet en gerechtigheid allemaal onbeschrijfelijk kostbaar zijn. Hij concludeert dat de enige manier om dit werkelijk te ervaren is door devotie en Naam Simran – het herhalen van de Naam van God met liefde totdat je er één mee wordt. Dit vers staat erom bekend dat het “nothing into everything” transformeert en verlies, tegenspoed en ellende wegneemt, met name op zakelijk vlak. Met andere woorden, Pauri 26 is een mantra voor overvloed en overgave: het herinnert ons eraan dat ware schatten spiritueel zijn (zoals de Naam van God) en dat overgave aan Gods Wil voorspoed brengt.

Pauri – 26                                                                        

Onschatbaar zijn U deugden en onschatbaar: Talloos zijn Uw handelingen: handel (Zegeningen).

Onschatbaar zijn Uw Handelaren (diegenen die Uw Naam reciteren) en kostbaar zijn Uw Schatten (van Naam – Uw Naam).

Onschatbaar zijn degenen die naar U toekomen (de Godgerichte mensen) en kostbaar zijn degenen die de goederen ontvangen (Naam – De Naam van God) van U.

Onschatbaar is de liefde (voor U) en kostbaar is het opgaan (in Uw Naam).

Onschatbaar is Uw ‘Dharma’ (Dharma – Discipline: alles wat U doet) en kostbaar is Uw Goddelijk Hof (Uw Wil).

Een wonder is Uw test van anderen (het testen) en gelijkwaardig een wonder is U acceptatie van hen (hen vergeeft).

Onschatbaar zijn Uw Zegeningen, Onschatbaar is Uw Banier en Insigne/Schild.

Onschatbaar is Uw Genade, onschatbaar is Uw Koninklijk Bevel.

Onschatbaar, O Onschatbaar niet in woorden vast te leggen!

Spreek onophoudelijk over Hem (God) en verblijf opgenomen in Zijn Liefde.

Veda’s en Geschriften wijden hierover uit.

De geleerden bestuderen en discussiëren U (geven lezingen over U).

Brahma en Indar spreken ook over U (Brahma, Indar – de mythische goden).

De melkmeisjes (de speelkameraden van Krishna) en Krishna praten over U.

De mythische God Shiv (Shiva) en de Sidh (Sidha: volgeling, de wonder-mannen) vertellen over U.

Uw Schepping Boeddha: onderwees mensen (Gautam – Boeddha geleerden) bediscussiëren U.

De demonen en goden spreken over U (Prijzen U).

De Goden en mensen, de stille-heiligen en Uw dienaren (toegewijde) verhalen over U.

Velen hebben geprobeerd U te beschrijven.

En velen hebben al gefaald om U te beschrijven.

Als U net zoveel meer schept als U reeds geschapen heeft, zelfs dan zou U onbeschrijfelijk blijven.

Uw kunst is zo wonderschoon, als het U behaagt.

Nanak, de Ware Heer Zelf weet hoe Groot (onbegrensd) Hij is.

Als uit zelfzucht iemand beweert dat hij God kan beschrijven.

Beschrijving wat met God bedoelt wordt, in de Kundalini yoga:

God als Innerlijke Ervaring

In de Kundalini Yoga zoals onderwezen door Yogi Bhajan wordt God niet gezien als een externe entiteit, maar als een innerlijke, allesdoordringende realiteit. God is geen verre “persoon” buiten ons; het goddelijke bewustzijn leeft ín ons en in alles om ons heen Yogi Bhajan benadrukte dat ware spiritualiteit niet gebaseerd is op dogma of blind geloof, maar op eigen ervaring: “Self-Realization is God-realization” – zelfrealisatie is God-realiteit. Met andere woorden, God ervaar je van binnenuit, door een verruimd bewustzijn, in plaats van God buitenshuis te “zoeken”. Zo legde hij uit dat er één God is die in ons allen ademt, en dat Kundalini Yoga een middel is waarmee iedereen die God ín zichzelf kan ervaren. Een bekende uitspraak van Yogi Bhajan is: “Als je God niet in álles kunt zien, kun je God in het geheel niet zien” – wat oproept om het goddelijke in alle mensen en dingen te herkennen in plaats van God als iets gescheidens te beschouwen.

Een lotusbloem staat symbool voor spirituele ontvouwing. In Kundalini Yoga wordt God gezien als het oneindige bewustzijn dat in ieder mens tot bloei kan komen (lotus in ons hart). God wordt benaderd als iets dat we innerlijk kunnen ervaren, niet als een externe “ander”