Les over de 30e en 31e Pauri van de Japji. Les op donderdag 26 juni en maandag 30 juni.

Samenvatting Pauri 30 en 31 

Overgang van de ziel na de dood en haar reis door spirituele rijken.

Na de dood keert het lichaam terug naar de elementen, maar de ziel gaat verder. Ze wordt beoordeeld op haar daden (karma) in het rijk van waarheid. In het rijk van Dharma (rechtvaardigheid en spirituele ontwikkeling) begint de ziel aan een reis van zelfreflectie en zuivering, om zich voor te bereiden op verdere groei en mogelijk samensmelting met het Goddelijke.

Deze twee pauris vormen samen een krachtig moment in de Japji Sahib waarin Guru Nanak de reis van de ziel beschrijft als een proces van bewustwording, verantwoordelijkheid en spirituele evolutie. Perfect als inspiratie voor een diepe kriya en meditatie rondom loslaten, overgang, en transformatie.

Kernpunten in steekwoorden:

• Overgang na de dood

• Ontbinding van het lichaam

• Karma en spiritueel oordeel

• Het Rijk van Dharma (rechtvaardigheid)

• Spirituele groei en zuivering

• Zelfkennis en voorbereiding op verlichting

• Reizen door de subtiele rijken

Pauri  30                                                                        

Het was een volksgeloof in de tijd van Goeroe Nanak dat voordat het universum begon. De God’s Maya per ongeluk werd bevrucht door zichzelf en het leven schonk aan drie zonen wiens bestaan als waarheid is geaccepteerd.

Eén, de Schepper van de Wereld; Eén de Drager; en Eén de Vernietiger.

(Maar de waarheid is, zegt Goeroe Nanak dat) Het God is die de levenden volgens zijn Wil leidt en Hij begint en eindigt het universum wanneer Hij het verlangt. De wereld wordt voortgezet zoals het Hem behaagt.

Hij waakt over iedereen, maar niemand ziet Hem. Hoe verwonderlijk dat is!

Ik buig voor Hem. Ik buig nederig.

De Eerste, Het Pure Licht, zonder begin, zonder eind. Door alle tijdperken heen, Hij is de Ene en Dezelfde.

Pauri 30                                                                        

Ékaa maie djughat weaa ie tin tjélé parwaann.

Ik sansaarie ik bhandharie ik laaé diebaann.

Djiw tis bhaawè tiwè tjalaawè djiw howè furmaann.

Oho wekhè unha nadar na aawè, bohtaa iho widhaan.

Aadés tisè aadés.

Aad aniel anaad anahat djugh djugh eko wés.

Verklaring Pauri 30

In deze Pauri identificeert Goeroe Nanak, God als de Enige en verkondigt hij dat alles onder het gezag staat van Een Universele God, de Wetende doch Onbekende.

Pauri 31                                                                        

In wereld na wereld zijn Zijn Zetels van Autoriteit en Zijn Pakhuizen aanwezig.

Wat daar ook ingestopt is, is daar voor eens en altijd in geplaatst.

Na de schepping te hebben geschapen, waakt de Schepper God erover.

O Nanak, zuiver is de Schepping van de Ware Heer.

Ik buig voor Hem. Ik buig nederig.

De Eerste, Het Pure Licht, zonder begin, zonder eind. Door alle tijdperken heen, Hij is de Ene en Dezelfde.

Pauri 31                                                                        

Aasan loh loh bhandhaar.

Djo kitj paeya so éka waar.

Kar kar wekhè sirdjanhaar.

Nanak satjé ki satjie kaar.

Aadés tisè aadés.

aniel anaad anahat djugh djugh eko wés.

 

Verklaring Pauri 31

In deze Pauri verkondigt Goeroe Nanak dat God in het gehele universum (dat zijn eigen schepping is) doordrongen is. Hij schept en zorgt voor zijn schepping.